Professioneel foto’s bewerken

Één van de belangrijkste taken als fotograaf naast het maken van foto’s, is het bewerken van foto's.

Nabewerking

Niet alle foto’s hoeven te worden bewerkt, maar het nabewerken van een fotoshoot kost altijd extra tijd. Net niet de perfecte lichtinval kunnen vinden of te maken gehad met lastige weersomstandigheden? Nabewerking kun je doen met verschillende programma’s. Met de juiste programma’s en wat kennis over hoe je het beste foto’s kunt bewerken, maak je jouw foto’s nog mooier.

Welk programma kies je?

Er zijn verschillende goede fotobewerkingsprogramma’s beschikbaar die geschikt zijn voor zowel professionele als amateur fotografen. Maar voor welk fotobewerkingsprogramma kies je dan uiteindelijk? De twee meest populaire bewerkingsprogramma’s zijn op dit moment Adobe Photoshop en Adobe Lightroom. Heb je al enige kennis over het bewerken van foto’s, dan kan Adobe Photoshop een goede keuze zijn. Dit programma is zeer uitgebreid, echter is dit programma ook bedoelt voor designers, waardoor er ook veel mogelijkheden zijn die niet van toepassing zijn op fotografie. Wanneer je nog niet veel ervaring hebt met bewerkingsprogramma’s, kan het zijn dat je door de bomen het bos niet meer ziet.

Adobe Lightroom

Adobe Lightroom is speciaal ontworpen voor fotografen (professioneel en amateur) waardoor er geen extra mogelijkheden zijn die niet van toepassing zijn op het bewerken van foto’s. Dit is fijn als je snel en professioneel jouw foto’s wilt bewerken. Adobe Lightroom is een goede keuze en makkelijker om in te navigeren. Ook is alles overzichtelijk en hoef je niet op zoek te gaan naar opties in verborgen taakbalken.

Camera-instellingen: RAW of JPEG?

Door foto’s te maken in een RAW formaat, kun je meer bewerkingsopties toepassen. Een RAW bestand is wel vele malen groter, waardoor dit tijdens een lange fotoshoot en/of een fotoshoot waar veel foto’s worden genomen misschien niet handig is. Meer over de verschillen tussen RAW en JPEG en waar je uiteindelijk voor kiest kun je op deze pagina vinden.

Tips voor het bewerken van foto’s 

Door als fotograaf jezelf te ontwikkelen in het nabewerken en professioeel bewerken van foto’s, maak je het verschil. Programma’s zoals Adobe Lightroom zijn hierbij essentieel.

1 | Niet bang zijn om te experimenteren

Als je echt goed wilt worden in het bewerken van foto’s, zul je moeten oefenen en experimenteren. Wees niet bang om alle mogelijkheden te testen die een bewerkingsprogramma heeft. Een andere tip is om verschillende bewerkingsprogramma’s te proberen. Op deze manier weet je precies welk programma het beste voor jou werkt. Wellicht zijn er mogelijkheden die een programma biedt die je wel of juist niet gebruikt, waardoor een ander programma beter voor je werkt. 

2 | Gebruik maken van voorinstellingen

Als je graag meer wilt weten over een bewerkingsprogramma en je er gemakkelijk je weg in wilt kunnen vinden, kan het verstandig zijn om een foto te kiezen en deze helemaal zelf te gaan bewerken. Dit kost wel veel tijd en moeite. Daarom zijn er ook voorinstellingen te gebruiken. Zeker als er meerdere foto’s bewerkt moeten worden (wat vaak zo is na een fotoshoot), kan het gemakkelijker en sneller zijn om gebruik te maken van de voorinstellingen. Over het algemeen hebben de meeste bewerkingssoftware zelf een aantal voorinstellingen. Wil je betere voorinstellingen, dan kun je deze online downloaden. Er zijn gratis en betaalde mogelijkheden. Voorinstellingen helpen je om sneller en gemakkelijker veel foto’s te kunnen bewerken. 

Ben je wel zelf aan de slag gegaan met voorinstellingen, vergeet dan niet om deze op te slaan. Zo kun je de voorinstellingen voor nieuwe foto’s opnieuw gebruiken. 

3 | Van kleur naar zwart-wit

Tijdens een fotoshoot heb je simpelweg niet de tijd om je camera continu opnieuw in te stellen. Daardoor kan het zijn dat foto’s weinig contrasten laten zien of dat foto’s zodanig overbelicht worden dat deze simpelweg niet meer goed te bewerken zijn. Je kunt er dan altijd voor kiezen om een foto te veranderen van kleur naar zwart-wit. Wel is het goed om er rekening mee te houden dat oneffenheden in de foto dan sterker naar voren kunnen komen, dus dat deze tip geen garantie geeft voor een perfecte zwart-wit foto. 

4 | Schaduwen aanpassen

Als fotograaf zul je continu rekening moeten houden met het beste lichtinval. Toch zul je merken dat dit niet altijd mogelijk is en ook niet realistisch om dit een hele fotoshoot op elke foto perfect voor elkaar te krijgen. Een flitser of reflector kan helpen als je niet de juiste lichtinval hebt, maar dit past niet bij elke fotograaf. In een nabewerkingsprogramma kun je voor schaduwen het aanpassingspenseel gebruiken, indien beschikbaar. Je kunt hiermee een bepaald stuk van je foto benadrukken en specifiek in dit stuk aanpassingen doen met betrekking tot belichting en schaduwen. 

5 | Verschil tussen levendigheid en verzadiging

Alhoewel er op het eerste gezicht geen verschil lijkt tussen verzadiging en levendigheid, is dit er wel degelijk. Levendigheid zorgt ervoor dat gedempte kleuren meer intens worden gemaakt, maar verzadigde kleuren dezelfde verzadiging blijven houden. Levendigheid kan ook worden gebruikt voor het aanpassen van huidtinten en voor een natuurlijke uitstraling. Verzadiging zorgt ervoor dat alle kleuren in intensiteit worden verhoogt. Er is ook nog een kleurbalans. Deze kun je gebruiken om binnen een kleurenpalet specifieke kleuren te kiezen.

6 | Kleuren verzadigen

Het verzadigen van kleuren heeft een bepaalde invloed op foto’s, waardoor mensen snel geneigd zijn om dit toe te passen. Dit kan ook zeker een goede tip zijn om te doen bij bepaalde foto’s, maar let goed op of de focus van je foto dan nog wel sterk naar voren komt. Soms is het beter om te kiezen voor desaturatie: het omlaag brengen van de kleurverzadiging. Daardoor komt je onderwerp weer beter naar voren in de foto. 

7 | Oranje voor het aanpassen van de huidtinten

De oranje helderheid kan een groot verschil maken op de tinten van de huid. Uiteraard zijn er verschillende mogelijkheden om de huidtinten te veranderen, maar het aanpassen van de oranje helderheid lijkt hiervoor het gemakkelijkst te zijn. Gebruik dit pas op het moment dat de rest van de foto is zoals je deze wilt hebben. 

8 | Bijsnijden en aanpassen van het formaat

Zeker wanneer je bepaalde onderwerpen in je foto in de focus moet krijgen, zul je moeten bijsnijden. Ook kan het helpen om een afbeelding te vergroten of te verkleinen. Wel zul je hiervoor de resolutie moeten aanpassen, omdat door het veranderen van het formaat afbeeldingen onduidelijk kunnen worden. 

9 | Helderheid en contrast

Door de helderheid aan te passen, verander je de hoeveelheid licht binnen een afbeelding. Hierdoor worden contrasten (verschil tussen licht en donker) extra benadrukt. Als er sprake is van een hoog contrast is er dus een groot verschil tussen licht en donker. Dit kun je gebruiken wanneer je bepaalde onderdelen van je foto meer in de focus wilt krijgen. Overmatig gebruik van de helderheid kan er daarentegen ook voor zorgen dat het onderwerp van je foto juist niet meer in de focus staat, dus het is zoeken naar de perfecte balans. 

Conclusie 

Er zijn verschillende bewerkingsprogramma’s beschikbaar die geschikt zijn voor zowel professionele fotografen als voor amateur fotografen. Door te experimenteren met het bewerken van foto’s en verschillende bewerkingsprogramma’s, kun je ontdekken welk programma het meest geschikt is voor jou. In dit artikel hebben we een aantal tips gegeven over het bewerken van foto’s waardoor jouw foto’s nog mooier zullen worden.